Twee weken geleden (18 oktober) las ik de column van Arne over diversiteit in ons werkveld. Een prikkelende column over hoe aantrekkelijk ons werkveld is voor de nieuwe generaties. Want, zo stelt Arne, “bodem is het domein van blanke middelbare mannen geworden”. Als vrouw voelde ik me aangesproken.
Mijn eerste reactie was: kijkt Arne wel goed om zich heen? Wat betreft de man-vrouw verdeling doen we het binnen ‘bodem’ nog redelijk goed naar mijn ervaring. Mijn studiejaar bestond voor de helft uit vrouwen. En in de ruim 20 jaar dat ik in dit werkveld actief ben heb ik altijd veel vrouwelijke collega’s, leidinggevenden en opdrachtgevers gehad. Niets te klagen toch? Of toch niet, want als ik zo eens mijn netwerk doorloop valt me wel een aantal zaken op. Het zijn toch echt bijna allemaal witte gezichten. En de jongste is misschien 30+. Daar heeft Arne een punt.
Waar loopt het scheef? Als er dan geen sprake is van een glazen plafond, lopen jongeren dan tegen een ondoordringbare kleilaag aan? Of is er gewoon geen interesse meer voor bodem onder jongeren? Ik ben op zoek gegaan naar cijfers, maar die blijken lastig boven tafel te krijgen met een avondje Googlen.
Wat ik wel heb gevonden is dat het vaak al op school fout gaat. Er kiezen steeds meer meisjes voor een technische opleiding, maar op MBO niveau gaat dat minder hard dan bij WO en HBO opleidingen. Allochtonen kiezen liever voor een beroep met maatschappelijk aanzien, techniek hoort daar niet bij. Daarnaast hebben zowel het advies van de school als van de ouders een grote invloed op de profielkeuze die kinderen maken. Vooral de school blijkt daarbij nog een onbewuste bias te hebben waarbij ze meisjes en allochtone leerlingen minder vaak adviseren een bèta/techniek richting te kiezen. De ondoordringbare kleilaag is er dus een van stereotypering.
Wat kunnen wij nu doen om het tij te keren? Beter vertellen dat er werk is als je kiest voor een beroep in de bodem en ondergrond, en hoe belangrijk ons werk is voor onze maatschappij. Daar doelt Arne volgens mij ook op als hij zegt dat de Omgevingswet ons daarbij kan helpen. Maar, als ik zo de onderzoeken naar studiekeuzen lees, lijkt dat met name voor (V)MBO studenten een te abstract verhaal. Wat helpt om stereotypering te doorbreken is de jongeren zelf te laten ervaren wat het werkveld inhoud. Ervaringen met technische bedrijven door vakantiebaantjes, en stages en werkbezoeken bij deze bedrijven spelen een positieve rol bij de keuze voor techniek.
Wij moeten dus jongeren de kans bieden dergelijke ervaring op te doen. Door schoolbezoeken, vakantiebaantjes en stages aan te bieden, maar ook door actiever deel te nemen aan open dagen op opleidingen. We hoeven niet bij nul te beginnen, gelukkig zijn er al initiatieven zoals de Geoweek! In de Geoweek krijgen scholieren in de leeftijd van 10 tot 15 jaar de kans om kennis te maken met het bodemwerkveld. Door lessen op school, bezoeken aan bedrijven of excursies in het veld. En gelukkig blijft de Geoweek groeien, dit jaar hebben ruim 7000 leerlingen en 80 bedrijven meegedaan. Dus Arne: laten wij er vooral voor zorgen dat er nog veel meer bodemcollega’s mee gaan doen. Ik roep alle vrouwen die deze column lezen op om je aan te melden voor de Geoweek. Op naar 100 bedrijven en 10.000 deelnemers volgend jaar!
Deze column is gepubliceerd in ‘Bodemnieuws’ van 1 november 2018, u vindt het archief hier.